Select Page

Wat is een goed moment om je kind meer over de dood te vertellen? Wij bezochten afgelopen week de zus van mijn oma. Haar man overleed ruim een half jaar geleden. Daar wij niet bij de begrafenis konden zijn, besloten wij tijdens het bezoekje spontaan het graf te bezoeken. Op weg ernaartoe bedacht ik mij ineens, dat mijn oudste van bijna vier, vast met een heleboel vragen ging komen. Oké MessyMommy, nu moet je echt met een goed verhaal komen. Niks is zeker in het leven, op de dood na.

Het juiste moment
Ik denk dat de perfecte tijd om je kind over de dood te vertellen niet bestaat. Het ligt er heel erg aan of je kind er aan toe is. Het maakt natuurlijk ook erg uit of je kind al vroeg te maken krijgt met een sterfgeval. Het liefst stel je dit moment natuurlijk zo lang mogelijk uit, maar soms komt het sneller dan je denkt. En hoe dichter de overledene bij je staat, hoe moeilijker het natuurlijk is. Het hoeft niet altijd een familielid, vriend of bekende te zijn, het kan bijvoorbeeld ook om een huisdier gaan. Al betekent dit in de belevingswereld van een kind natuurlijk niet dat het dan minder erg is.

Ik merk dat mijn jongste van twee nog niet echt beseft wat de dood inhoudt. Ze is er ook totaal nog niet mee bezig en kan het denk ik ook nog niet bevatten. Mocht zich de situatie voordoen, dan zal ze de persoon of het huisdier missen. Het besef dat het dier of de persoon nooit meer terugkomt en wat nou het verschil is tussen leven en dood, dat begrijpt ze nog niet.

Bij mijn oudste merkte ik dat ze ongeveer vanaf een jaar of drie vragen begon te stellen. Stiekem waren we onbewust dus al een tijdje met het onderwerp sterven en dood bezig. Ik zal aan de hand van een aantal stappen uitleggen hoe dit proces bij ons tot nu toe verloopt.

De eerste confrontatie: wat is dood?Het begon allemaal met een dood muisje. Daar lag het dan, midden op het fietspad. Mijn dochter van toen net drie vroeg mij waarom hij niet meer bewoog. Ik twijfelde even hoe ik het zou aanpakken. Je kunt natuurlijk heel veel over de dood vertellen, maar wat is voor het kind relevant op dat moment? Ik besloot het heel simpel te houden. Als ze meer vragen zou hebben, dan kwam dat vanzelf. Ik legde haar uit, dat het muisje dood was. Ze vroeg natuurlijk meteen wat dood dan precies is. Ik vertelde haar dat de dood eigenlijk een soort slaap is. Maar wel een ander soort slaap dan wat wij `s nachts doen. Bij dit soort slaap word je namelijk nooit meer wakker. Je ademt niet meer en je voelt niks meer. Je kunt niet meer bewegen, niet meer praten en niet meer eten.

Dood of niet-levend?
Daarop vroeg ze mij meteen of haar knuffelaap ook dood was. Ik legde haar uit dat alleen “dingen“ die leven dood kunnen gaan. Zowel een mens als een dier kan zichzelf bewegen. Ze kunnen eten en maken geluiden. Ze kunnen ook dingen voelen zoals pijn bijvoorbeeld of warmte en kou. Dat kan “Apie” niet, dus die leeft niet. Ze knikte en vroeg mij of ze op de trampoline mocht als we weer thuis waren. Ik wist niet zeker of ze het begrepen had. Tot we vlak bij huis waren en ze mij vroeg of een auto ook niet dood kon gaan en een huis, want die kunnen niet eten toch mama? Ik merkte in de dagen erna dat het haar bezig hield en dat ze wel nieuwsgierig was naar het onderwerp. Vervolgens liet ze het een tijdje voor wat het was. We kwamen later af en toe eens een dood vogeltje of een platgereden kikker tegen. Het zelfde verhaal met de zelfde vragen herhaalde zich.

De volgende stap: ook mensen gaan dood
Stiekem waren we dus al een tijdje bezig met de dood. Tot nu toe (gelukkig) vooral met kleine diertjes als voorbeeld. Ze bleef het wel moeilijk vinden. Toen het konijn van onze gastouder overleed, was ze er een tijdjs van overtuigd dat hij weer terug zou komen. Het besef kwam pas echt toen er een nieuw konijntje kwam.

Toen we dus spontaan besloten om het graf van mijn achter-oom te bezoeken, was het voorbereidende werk al een beetje gedaan. Op weg naar het kerkhof, vond ik het toch wel een beetje spannend. Wat zou ik precies zeggen als mijn dochter met vragen kwam? En wat als ik, mijn oudtante of mijn ouders (die ook mee waren) emotioneel werden? Ik besloot in elk geval gewoon heel duidelijk te zijn. Er geen doekjes om winden leek mij het beste en de emoties, als ze komen horen ze er natuurlijk gewoon bij.

Eenmaal op de begraafplaats, vroeg mijn dochter mij al snel wat al die mooie stenen en bloemen precies waren. Waarom mocht ze daar niet op klimmen? Ze zal wel gedacht hebben, al die mooie “stoeprandjes” en dan mag je er niet eens op klimmen? Sommige graven lijken wel kleine trappetjes, speciaal voor kinderen gemaakt. Ik vertelde haar dat dit niet zomaar stenen waren. Het waren hele bijzondere stenen. Ik vertelde haar dat dit is een plek waar mensen begraven liggen, mensen die dood zijn. Ik vroeg haar of ze nog wist wat de dood betekende. Dat je eigenlijk een soort van slaapt en niet meer wakker wordt. Dat je niet meer kunt bewegen en niet meer kunt eten en ook dat je niet meer terugkomt.

Als iemand dood gaat, dan vinden de papa of de mama, de zoon of dochter, familie en vrienden het fijn om een plekje te hebben waar ze aan die persoon kunnen denken. Daarom doen ze mensen als ze dood zijn in een soort bed met een deksel erop. Dat noem je een grafkist. En met deze grafkist worden ze onder de grond begraven. Er komt dan een mooie steen of een kruis op. Veel mensen maken er een mooi plekje van met kaarsjes en bloemen. Zo kun je altijd naar die plek toe gaan om aan die persoon te denken.

Ik zag dat mijn dochter geïnteresseerd was en misschien ook een beetje gechoqueerd. Ze reageerde wel met “onder de grond”? Daar ze er echter niet op doorging, liet ik het voor wat het was. Mij ervan bewust dat er vast later nog wel vragen over zouden komen. Bij het graf van mijn achter-oom, werd er al snel door alle grote mensen een traantje weggepinkt. Het is toch altijd confronterend als je het graf bezoekt van een overledene. Ik denk dat ook wij grote mensen dan ineens pas beseffen dat die persoon echt niet meer terugkomt. En dan is er natuurlijk de pijn, deels bij jezelf, maar vooral bij de nabestaanden die er het dichtst bij staan.

Mijn oudste is erg gevoelig voor emoties. Ze zag mijn tranen en vroeg mij dan ook een beetje geschrokken waarom ik huilde. Ik vertelde haar dat het heel verdrietig kan zijn als iemand dood gaat. Je kunt die persoon dan niet meer zien, je kunt er niet meer mee praten of er op visite gaan. Ze gaf mij en ook mijn vader (opa) een spontane knuffel wat de boel nog extra emotioneel maakte. Ook vroeg ze nog ter bevestiging of “die meneer“ dan echt onder deze steen lag.

Daar stonden mijn twee boefjes, onze toekomst, aan het graf van een van mijn “voorouders“, mijn voorgeschiedenis. Een persoon die als een soort vader voor mijn vader was en daarmee indirect ook mij gevormd heeft. Mijn dochtertjes die bij dit graf wél met de steentjes mochten spelen en over het randje mochten lopen. We wisten allemaal dat mijn achter-oom dat namelijk prachtig gevonden had.

Ik snap het wel hoor mama: Dode mensen komen niet meer terug
Toen we terug naar huis liepen, begon mijn dochter over trouwen. Trouwen is sinds een poppenkast voorstelling van Assepoester een “hot item“ bij ons. Ze vroeg mij of ik met haar wilde trouwen, dus ik zei haar dat ik toch al met papa getrouwd ben. Ik vroeg haar of ze niet meer met de vriend van mijn broertje wou trouwen. Als sinds heel jong heeft hij altijd een bijzondere uitwerking op haar gehad. Als we hem tegenkomen, stopt de spraakwaterval. Dan giechelt ze alleen een beetje en is ze opvallend stil. Als we haar eerder vroegen met wie ze ging trouwen, noemde ze altijd zijn naam. Nu vertelde ze mij dat ze niet meer met hem kon trouwen. Ik vroeg haar waarom. Ze legde mij heel serieus uit dat dit niet meer kon. Ik vroeg haar hoe dat kwam. Ze vertelde, dat ze bij haar roze huis een steen heeft met bloemetjes. Als het over haar roze huis gaat, weet ik direct dat ze zich in haar fantasiewereld bevindt. Ik vroeg haar wat er dan met die steen was. Nou, zei ze, daar ligt hij onder, want hij is dood en hij komt niet meer terug. Toen huppelde ze verder en ging op totaal iets anders over. Stiekem had ze mij daarmee verteld: “Ik snap het wel hoor mama: Dode mensen komen niet meer terug”.